BLOG >>>
Ik ben dol op paradijsvogels. Mensen die niet alledaags zijn. Laatst trof ik er een. Ik zat wat versufd in de trein en moest overstappen, maar op welk station wist ik niet meer. Mijn oog viel op een blond meisje dat vrolijk naar me opkeek en me een vette knipoog gaf. Haar haren waren aan één kant afgeschoren en ze droeg een zonnebril achterstevoren, de pootjes staken over haar oorschelpen heen naar voren langs haar wangen. Dankzij haar vrolijke begroeting besloot ik deze figuur om hulp te vragen. Natuurlijk wil ik dat voor je opzoeken, kom je naast me zitten, vroeg ze. Verrast maar gretig schoof ik naast haar op de bank. Opgewekt kletste ze tegen me aan. Heb je een fijne pinksteren gehad, vroeg ze. Het is geen pinksteren hoor, dat is pas volgend weekend, antwoordde ik. Oh, echt, nou ja, heb je een leuk weekend gehad dan, vervolgde ze onverstoord. Ja hoor, ik had gisteren een bruiloft, en nu ben ik een beetje brak. En jij, vroeg ik.
Ze had dressuurwedstrijden gehad, want ze deed aan paardensport. Haar werk bestond uit het verzorgen van paarden in de manege van haar opa, hij had wel twintig paarden. Ze woonde in de buurt van Utrecht, maar ze zou binnenkort naar Amsterdam verhuizen. Haar vriend had een nieuw huisje voor hen gevonden, in Oud Zuid. Op dit moment was ze bezig om het huis alvast in te richten, want daar was ze gek op, een huis gezellig maken. Waar in Oud Zuid het nieuwe huis precies was? Dat wist ze niet, ze liet zich graag verrassen. Hoe je een huis dat je niet kent kunt inrichten, was mij een raadsel. Wanneer ze zouden verhuizen, wilde ik weten. Dat duurde nog een paar weken, als haar vriend vrijkwam. Hij zat namelijk in de bak, door omstandigheden was hij daar terecht gekomen. Ze was net bij hem op bezoek geweest, hij zat in Lelystad. Ai, in de gevangenis en dan ook nog in Lelystad, dat leek mij een dubbele straf. Ja, ze was gek op paarden. Het was hard werken in de manege, maar heerlijk om de hele dag buiten te zijn. Of ze met dat werk een beetje rondkwam? Nu kreeg haar gezicht een ondeugende uitdrukking. Ik ben stiekem een Wajongetje, fluisterde ze me toe. Aha, een fraudeur die zich voordoet als gehandicapte, nu wordt het echt interessant.
Hoe heb je dat voor mekaar gekregen, vroeg ik vol geveinsde bewondering. Ach, ik heb een verslavingsverleden en ik heb ADD, vervolgde ze, dat is een druk in je hoofd, en dat heb ik allemaal een beetje opgeblazen enzo, en nu krijg ik lekker zes jaar een uitkering. Ah joh die mensen hebben niks door, je kunt ze alles wijsmaken, en ik praat makkelijk. Jeetje zeg, reageerde ik, en knikte haar bewonderend toe. Over uitkeringsinstanties kon ik sinds kort meepraten, vertelde ik, want ik zat sinds kort in de WW omdat mijn contract niet verlengd was. Het schijnt dat ze die sollicitatieplicht helemaal niet goed controleren. Ik had zelfs gehoord dat iemand een jaar lang WW had gekregen zonder ooit gesolliciteerd te hebben en daar makkelijk mee weg kwam, schepte ik op. Zo zie je maar, haha. Mijn vriendin gierde het uit.
Ik voelde een band groeien tussen haar en mij, en schoof opgewonden heen en weer op de bank. Tot mijn teleurstelling stopte de trein en moest ze uitstappen, want dit was haar station. Nou, het was leuk je te ontmoeten, riep ze stralend, en ze schudde me enthousiast de hand. Ik schudde stevig terug en keek haar vol verbazing na. Toen ze uit mijn blikveld was verdwenen staarde ik nog lang voor me uit met een glimlach om mijn mond. Mijn kater was als sneeuw voor de zon verdwenen.