BLOG
Het was dat ik best trek had, zo eind van de middag. Opgetogen met een bakje voorgesneden leverworst in mijn tas toog ik richting uitgang van de AH to go. Die werd geblokkeerd door een Afrikaanse dame, een schaal zoetigheid werd met een stralende glimlach onder mijn neus geschoven. ‘Wat is dat?’ Ik zoomde in op het in stukjes gescheurde deeg. ‘Oh my god, dit is oliebol met een Afrikaans sausje eroverheen!’ riep ik geschokt terwijl ik kauwde en de letters op het bordje ernaast tot me doordrongen. ‘Afribol’. Oliebol met kokossnippers. Een rechtstreekste verkrachting van een Hollandse specialiteit, die deze onschuldige vrouw mij aan moest zien te smeren. Haar rood-geel-bruine tenue, van niet-originele Afrikaanse makelij, moest daarbij helpen. Welke verknipte marketeer verzint zoiets? Ik keek de vrouw vol medelijden aan terwijl het bloed naar mijn wangen steeg. ‘Dankjewel’ stamelde ik, ‘en fijne avond’. Ik beende weg. ‘If you come back and buy it, it’s for a good cause’ riep ze me na. Ik durfde niet meer achterom te kijken. De wereld redden met een bekokoste oliebol? Ammenooitniet.